Separatie

Dwangmedicatie

Separatie

Wilsonbekwaamheid

KC23-036 10 oktober 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC23-036
Instelling : Pro Persona
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum ontvangst klacht : 27 september 2023
Datum hoorzitting : 04 oktober 2023
Datum beschikking : 10 oktober 2023

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (patiëntenvertrouwenspersoon)

 

[XX] (verweerder A/psychiater)

[XX] (verweerder B/Aios)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie/jurist)

[XX] (psychiater) 

[XX] (algemeen lid)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel.

 

 

Klacht

De klachten zien op de

  1. Insluiting Extra Beveiligde Kamer (EBK)
  2. Medicatie
  3. Oordeel wilsonbekwaamheid

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 27 september 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake insluiting, medicatie en beoordeling wilsonbekwaamheid als onderdeel van de verplichte zorg. Daarnaast heeft klager een klacht ingediend over het zorgsysteem in het algemeen.  

Diezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 02 oktober 2023 ontvangen per mail en naar partijen gezonden.       

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 04 oktober 2023. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 12 oktober 2023 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.   

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 21-08-2023 en 30-08-2023;

-           Bevindingen GD d.d. 24-08-2023;

-           Intakeverslag d.d. 30-08-2023;

-           Beschikking voortgezette crisismaatregel d.d. 04-09-2023;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 31-08-2023, 06-09-2023 en 07-09-2023;

-           Verklaring wilsonbekwaamheid d.d. 13-09-2023;

-           Zorgplan/behandelplan d.d. 14-08-2023, 30-08-2023 en 02-10-2023;

-           Decursus en rapportage verpleegkundigen 30-08-2023 t/m 02-10-2023;

 

 

Termijn

De klacht is gericht tegen insluiting, medicatie en de beoordeling van de wilsbekwaamheid als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 11 oktober 2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man gediagnostiseerd met stoornissen in het schizofreniespectrum. Er is sprake van een lange behandelgeschiedenis in de GGZ. De huidige opname is gebaseerd op een (voortgezette) crisismaatregel waarbij toediening van medicatie en insluiting onderdeel zijn van de toegewezen verplichte zorg.

 

Bij beschikking van 04 september 2023 heeft de rechtbank Gelderland een voortgezette crisismaatregel voor klager afgegeven voor de duur van 3 weken, tot en met 09 oktober 2023. Naar aanleiding van de hoorzitting over de aanvraag van een zorgmachtiging heeft de rechtbank de zorgaanbieder opgedragen een aanvullende medische verklaring in te dienen met betrekking tot de wilsbekwaamheid van klager. Ter beoordeling hiervan is een nieuwe hoorzitting ingepland op 6 oktober 2023.

 

Standpunt klager

Klager licht toe dat hij vooral last heeft gehad van de insluiting in de EBK op 7 september 2023. Hij was weliswaar gespannen en boos en de situatie was ook geëscaleerd. Maar nadat hij was gefixeerd door drie medewerkers was klager weer rustiger en meer aanspreekbaar. Het was volgens klager voldoende geweest als de medewerkers met hem in gesprek waren gegaan. Het zou dan niet meer nodig zijn geweest om hem in te sluiten. Volgens klager werd hij toch ingesloten, omdat er sprake was van een wisseling van dienst bij het personeel. Hij voelt zich niet voldoende geïnformeerd tijdens en na de insluiting in de EBK, want zijn vragen over wat er ging gebeuren werden niet beantwoord. Er werd alleen gezegd dat hij op de rode knop moest drukken als hij een medewerker wilde spreken. Tijdens de insluiting zelf heeft klager drie keer op de rode knop gedrukt, maar er kwam geen medewerker. Dit gaf hem een extreem gevoel van onveiligheid, eenzaamheid en heeft hij als zeer traumatiserend ervaren. Toen hij stemmen buiten de EBK hoorde heeft klager tegen het plexiglas geklopt, waarna het lukt om in contact met een medewerker te komen. Klager begrijpt wel dat medewerkers zich onveilig hebben gevoeld en heeft nadien zijn excuses aangeboden aan de verpleging. Maar de insluiting was niet nodig en de gebeurtenissen daarna waren erg traumatisch voor klager. Klager vindt dat de medewerkers ook hun excuses aan hem moeten aanbieden.
Hij heeft de situatie kort besproken met zijn behandelaar, waarbij is afgesproken dat de gebeurtenissen zouden worden onderzocht. Maar er is nog steeds niets mee gedaan, aldus klager.

 

Direct na insluiting is gestart met Cisordinol om terug te kunnen naar de groep. Later is tijdens de opname overgegaan op Haldol per injectie. Klager wil echter geen medicatie omdat hij er depressief en somber van wordt en last krijgt van gewichtstoename. Hij heeft twintig maanden zonder medicatie goed gefunctioneerd en zijn creativiteit kwam tot bloei. Hij is bezig met het opzetten van een eigen bedrijf om een zorgboerderij te ontwikkelen. Klager benoemt het werken met kinderen als een van zijn talenten. In de buurt zijn ook veel kinderen die regelmatig in zijn tuin komen spelen. Er hebben zich echter een paar gezinnen tegen hem gekeerd de afgelopen periode. ‘Ze gunnen het me niet en zijn jaloers’, vertelt klager. Ook is hij voor pedofiel uitgemaakt. Klager is hier erg door geraakt.

 

Ten aanzien van de klacht over wilsonbekwaamheid licht klager toe dat hij de psychiater die de wilsbekwaamheid heeft beoordeeld niet onafhankelijk vindt. Klager benoemt dat hij niet tegen onrecht kan. Tijdens de zitting gaf de behandelaar aan dat klager wilsbekwaam was en later in de stukken las klager dat hij niét wilsbekwaam zou zijn. Dit kwam voor klager als een verrassing. Hij is hierover boos en vindt het oordeel onterecht.

 

De PVP vult aan dat klager van mening is dat de insluiting een buiten proportioneel zwaar middel is geweest. Als er geïnvesteerd was in contact met klager was separatie niet nodig geweest. De insluiting is niet effectief geweest nu er juist afstand en onveiligheid is ontstaan, aldus PVP. Klager heeft bij oplopende spanning juist behoefte aan nabijheid om die spanning te kunnen ventileren vult zij aan. De omstandigheden bij insluiting moeten veilig zijn en klager heeft dat niet zo ervaren.

 

PVP benoemt dat het doel van de medicatie is om het toestandsbeeld te stabiliseren. Klager ervaart echter heftige bijwerkingen in de vorm van afvlakken, somberheid en verminderde creativiteit. Zijn innerlijke vlam is gedoofd aldus klager. Dit is ook de reden waarom klager eerder met medicatie is gestopt. Een minder ingrijpend alternatief is goed in contact blijven met het Fact-team aldus PVP. 

 

Over de beoordeling van de wilsonbekwaamheid merkt PVP op dat zij in de documentatie niet heeft gelezen dat de behandelaar zich aansluit bij het oordeel van de onafhankelijke psychiater. Klager acht zichzelf wilsbekwaam inzake de medicatie. Bovendien is er geen sprake van risico voor anderen of levensgevaar, stelt PVP. In dat geval moet de wens om te leven zonder stemmingsbeïnvloedende medicatie gerespecteerd worden.

 

 

Standpunt van verweerder

Verweerder was zelf niet aanwezig bij het incident van 7 september jl. en kan daarom nog niet beoordelen wat er tijdens de insluiting in de EBK is gebeurd. Volgens verweerder dient dit incident wel geplaatst te worden in de context die hieraan vooraf is gegaan. Daartoe vertelt verweerder dat hij klager sinds 2015 kent en aanwezig was bij de huidige opname. Hij constateerde bij opname dat de spanning enorm opliep. Klager zat hoog in zijn ademhaling door het onrecht wat hij op dat moment ervoer. Hij zag ook dat klager zijn best deed om niet te escaleren. Verweerder had de afgelopen periode voor opname wel zorgen over klager, maar kwam aan de wens van klager tegemoet om geen medicatie te slikken. Niettemin zag verweerder wel dat de agitatie bij klager was toegenomen. Als voorbeeld hiervan noemt hij de neus aan neus contacten waarbij klager zeer geagiteerd was. Uiteindelijk is klager alsnog met een crisismaategel opgenomen. Voorafgaand aan de insluiting op 7 september was er volgens de rapportage een situatie waarbij klager gooide met spullen. Medewerkers voelden zich erg onveilig hetgeen separatie tot gevolg heeft gehad. Volgens verweerder voldoet de insluiting in de EBK daarom wel aan de eisen van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid. Wat betreft de klacht over de gebrekkige informatievoorziening aan klager en de mogelijkheden om contact met de medewerkers te krijgen vanuit de EBK kan verweerder niets zeggen om eerder genoemde redenen. Verweerder zal dit met de betrokken medewerkers bespreken en op een later moment met klager bespreken.
Verweerder heeft klager de volgende dag gezien in de EBK en de verplichte medicatie aangezegd zodat klager die dag terug kon naar de groep. Er is gestart met Cisordinol. Aan klager is uitgelegd dat hij die medicatie ook oraal kon innemen maar klager was van mening dat hij de handdoek in de ring gooide als hij orale medicatie zou accepteren. Hij voelde dat als capitulatie. Later is in overleg met klager, vanwege de bijwerkingen, overgegaan naar Haldol per injectie. Verweerder constateert een afgenomen spanning bij klager als gevolg van de medicatie. Er hebben geen escalaties meer plaatsgevonden.

 

Ook verweerder vindt het belangrijk dat er nog een gesprek komt tussen klager, hemzelf en de verpleging om de casus te bespreken en ervan te leren. Hij zal hiertoe initiatief nemen. Klager moet ook nog een evaluatieformulier invullen.

 

Anders dan klager stelt, is de beoordeling van de wilsbekwaamheid door een onafhankelijke psychiater geschied. Dit is volgens verweerder overeenkomstig de richtlijn geschied door een psychiater die minimaal een jaar niet betrokken is geweest bij de behandeling van klager.

 

Verweerder benoemt dat de komende periode medicatie nodig zal zijn als onderdeel van de behandeling. Ook na ontslag uit de kliniek. Juist het Fact-team heeft geconstateerd dat het zonder medicatie niet meer houdbaar was. Klager heeft een lange periode goed gefunctioneerd zonder medicatie, dus dit is op termijn ook weer een optie. Verweerder is bekend met de bijwerkingen bij klager en is bereid om te onderzoeken of een lagere dosering mogelijk is.

 

Op een vraag van de commissie antwoordt klager dat hij in overleg met het Fact-team is overgegaan tot afbouw van zijn medicatie. Hij heeft zijn gewicht terug weten te brengen van 115 kg naar 78 kg. Op enig moment was er een grote wisseling van medewerkers binnen het Fact-team en heeft klager zelfstandig de afbouw van de medicatie in dezelfde lijn doorgetrokken. Het nieuwe team heeft hem daarin ondersteund.

Door de problemen in de buurt kwam zijn veiligheid in het geding vertelt klager. Om die reden is de procedure voor een zorgmachtiging opgestart. Er was geen sprake van gevaar voor zichzelf of de omgeving, aldus klager.

 

Tijdens de vragenronde blijkt dat klager het niet eens is met de diagnose schizofrenie, maar hij erkent wel last te hebben van terugkerende depressies. Klager was in het verleden bipolair, maar heeft daar nu geen last meer van. Klager benoemt als bijwerkingen van de Haldol verlies van creativiteit en angstklachten.

 

In de slotronde geeft verweerder aan dat hij verwacht dat klager binnen afzienbare tijd weer naar huis kan. Als complicerende factor benoemt hij de gespannen sfeer in de buurt. Goede bedoelingen zijn verkeerd ingeschat aldus verweerder. Er zijn grote zorgen in de buurt, omdat kinderen makkelijk bij klager het huis inlopen. In afwachting van de zorgmachtiging probeert het Fact-team het pad vast te vereffenen voor als klager met ontslag gaat. Klager vertelt dat er geruchten zijn dat er vuurwapens in de wijk aanwezig zijn. Hij wil daarom opgenomen blijven tot dit opgehelderd is.

Er wordt geconstateerd dat de commissie slechts een 8.9-brief heeft ontvangen gedateerd op 07 september 2023. Verplichte zorg is echter al voor die datum ingezet. Volgens verweerder is er inderdaad een eerdere aanzeggingsbrief in het dossier en zal dit nazenden.

 

De voorzitter beëindigt de hoorzitting onder dankzegging voor de aanwezigheid en inbreng van iedereen en met de toezegging dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 11 oktober 2023 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.   

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Ten aanzien van de klacht gericht tegen de insluiting op 7 september 2023 is de commissie zich ervan bewust dat de insluiting in de EBK heftige emoties bij klager teweeg hebben gebracht. Klager heeft daarbij erkend dat hij voorafgaand aan de insluiting hevig heeft geprotesteerd en zich jegens de medewerkers fysiek dreigend heeft gedragen, waarbij er een worsteling was ontstaan. Hoewel klager achteraf hierover excuses heeft aangeboden is de commissie van oordeel dat verweerder in de gegeven omstandigheden proportioneel en doelmatig heeft gehandeld door op dat moment over te gaan tot gedwongen insluiting in de EBK. Het is evenwel nog niet helder of klager -zoals hij zelf stelt - tijdens de insluiting in de EBK onvoldoende in contact kon komen met de verpleging, hetgeen mogelijk voor klager gevoelens van onveiligheid en eenzaamheid hebben opgeleverd. De commissie acht een evaluatie van de wijze waarop klager tijdens de insluiting in contact kon komen met de verpleging hier op zijn plaats. Gelet op verweerders toezegging om hierover met klager en betrokken medewerkers in gesprek te gaan, gaat de commissie ervan uit dat met dit gesprek tegemoet wordt gekomen aan de klacht. Deze klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

Ten aanzien van de verplichte medicatie begrijpt de commissie dat dit een dempend effect heeft op de creativiteit en levenslust van klager. Verweerder heeft echter naar het oordeel van de commissie voldoende aannemelijk gemaakt, dat de toediening van effectieve medicatie, voorlopig noodzakelijk is om het psychisch toestandsbeeld bij klager te stabiliseren om zo ernstig nadeel in de zin van art. 1.1. lid 2 onder a. Wvggz voor hemzelf en zijn omgeving te voorkomen. Daarbij heeft verweerder tevens voldoende zorginhoudelijk onderbouwd dat de toediening van de depotmedicatie hiertoe noodzakelijk is. Deze klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

De klacht inzake de wilsonbekwaamheid ten aanzien van de medicatie heeft betrekking op de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater. Dit betreft een medische verklaring als bedoeld in artikel 5.7 Wvggz. Hiermee betreft dit een klacht welke niet op basis van artikel 10.3 Wvggz ter beoordeling van deze klachtencommissie behoort, maar door de rechtbank wordt beoordeeld. Indien en voorzover het gaat om de beoordeling van de wilsbekwaamheid van klager door de behandelaar, is naar het oordeel van de commissie in de aanzegging verplichte zorg (ex art. 8.9 Wvggz) door verweerder voldoende onderbouwd en toegelicht dat klager zijn belangen onvoldoende kan overzien waardoor verplichte zorg noodzakelijk wordt geacht. Deze klacht is eveneens ongegrond.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de insluiting, alsmede tegen de toediening van dwangmedicatie ongegrond. Voorzover de klacht is gericht tegen de medische verklaring van de psychiater inzake de wilsbekwaamheid verklaart de klachtencommissie zich onbevoegd. Voorzover gericht tegen de beoordeling van de wilsbekwaamheid door de behandelaar verklaart de commissie de klacht ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

 

Aldus besloten te [plaats], 10 oktober 2023

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzotter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie Gelderland Midden en Zuid

Aantal bladzijden: 6